Prof. dr. J.J.L. Derksen

Hoogleraar klinische psychologie en psychotherapie

Gepubliceerd op 04-01-2016

Psychoanalyse

betekenis & definitie

De term psychoanalyse verwijst naar een theorie, een techniek of methode en een praktijk afkomstig uit de psychologie.

De theorie van de psychoanalyse gaat over onbewuste psychische processen. In eerste aanleg is deze uitgewerkt door Sigmund Freud. Hij werkte vooral de onbewuste psychoseksuele ontwikkeling van de mens uit. Ook heeft hij de techniek en de behandelingspraktijk vormgegeven.

De techniek bestaat eruit dat de analysant hoogfrequent (meerdere malen per week) alles probeert te zeggen, zoveel mogelijk zonder remming, wat er in hem of haar opkomt. De psychoanalyticus luister goed naar alles wat de analysant zegt, en reageert met verhelderingsvragen, confrontaties en interpretaties op het materiaal. De bedoeling is dat de analysant in een proces van zelfontdekking terecht komt.

In de praktijk komen meestal patiënten met een psychische aandoening zoals een depressie, een paniekstoornis of een persoonlijkheidsstoornis hulpvragen. In de klassieke (bank)analyse ligt de analysant op de rug op een divan en zit de analyticus er achter (uit het zicht van de patiënt). In moderne ontwikkelingen wordt deze psychoanalyse ook zittend en minder frequent uitgevoerd.

Zie ook:

Schalkwijk, F. (2011). Dit is psychoanalyse. Amsterdam: Boom.