Definities van Prisma Groot Woordenboek Nederlands in de Ensie P
- prachtband
- prachtig
- prachtkleed
- prachtlievend
- prachtstuk
- prachtuitgave
- practical joke
- practicum
- practicus
- pragmaticus
- pragmatiek
- pragmatisch
- pragmatisme
- pragmatist
- prairial
- prairie
- prairie-indianen
- prairiehond
- prairiewolf
- prak
- prakken
- prakkiseren
- praktijk
- praktijkassistent
- praktijkdiploma
- praktijkexamen
- praktijkleraar
- praktisch
- praktiseren
- pralen
- praler
- pralerij
- praline
- pramen
- prana
- prang
- prangen
- prangend
- pranger
- praseodymium
- prat
- praten
- prater
- praterig
- prauw
- praxis
- pre
- pre-existent
- preadvies
- prealabel
- preambule
- prebende
- precair
- precambrium
- precario
- precedent
- precederen
- precies
- precieus
- preciosa
- precipiteren
- preciseren
- precisie
- precisie-instrument
- precisiewerk
- precolumbiaans
- Pred.
- predator
- predestinatie
- predestineren
- predicaat
- predicatie
- predicatief
- predikambt
- predikant
- predikbeurt
- prediken
- prediker
- predikheer
- prediking
- predikstoel
- predisponeren
- predispositie
- prednison
- predomineren
- pree
- preek
- preekbeurt
- preekstoel
- preektoon
- prees
- pref
- prefab
- prefabriceren
- prefatie
- prefect
- prefectuur
- preferabel
- preferent
- preferentie
