Definities van Prisma Groot Woordenboek Nederlands in de Ensie O
- ommezijde
- ommezwaai
- ommuren
- omnibus
- omnipotent
- omnipotentie
- omnipracticus
- omnipresent
- omnium
- omniumverzekering
- omnivoor
- ompalen
- omploegen
- ompraten
- omprijzen
- omramen
- omranden
- omrasteren
- omrastering
- omreden
- omreis
- omreizen
- omrekenen
- omrijden
- omringen
- omroep
- omroepbestel
- omroepbijdrage
- omroepen
- omroeper
- omroepgids
- omroeporkest
- omroepsatelliet
- omroepvereniging
- omroeren
- omrollen
- omruil
- omruilen
- omschakelen
- omscheppen
- omschieten
- omscholen
- omschrift
- omschrijven
- omschrijving
- omschudden
- omsingelen
- omslaan
- omslachtig
- omslachtigheid
- omslag
- omslagartikel
- omslagbelasting
- omslagboor
- omslagdoek
- omslagpunt
- omslagstelsel
- omsluieren
- omsluiten
- omsmeden
- omsmelten
- omspannen
- omspelen
- omspellen
- omspitten
- omspoelen
- omspringen
- omstaand
- omstaanders
- omstander
- omstandig
- omstandigheid
- omstebeurt
- omstoten
- omstralen
- omstreden
- omstreeks
- omstreken
- omstrengelen
- omstrikken
- omstuwen
- omtollen
- omtoveren
- omtrek
- omtrekken
- omtrent
- omturnen
- omvademen
- omvallen
- omvang
- omvangrijk
- omvaren
- omvatten
- omver
- omvergooien
- omverhalen
- omverlopen
- omverlullen
- omverpakking
- omverwerpen