Definities van Prisma Groot Woordenboek Nederlands in de Ensie O
- oorlogsvlag
- oorlogsvloot
- oorlogszuchtig
- oorlogvoerend
- oormerk
- oormerken
- oorontsteking
- oorpijn
- oorring
- oorrob
- oorschelp
- oorsieraad
- oorsmeer
- oorspeekselklier
- oorspiegel
- oorsprong
- oorspronkelijk
- oorspronkelijkheid
- oorsuizing
- oortelefoon
- oortje
- ooruil
- oorveeg
- oorverdovend
- oorvijg
- oorvlies
- oorwarmers
- oorworm
- oorzaak
- oorzakelijk
- oost
- Oost-Duits
- Oost-Duitser
- Oost-Fries
- Oost-Goten
- Oost-Gotisch
- Oost-Indiëvaarder
- Oost-Indisch
- Oost-Romeins
- Oost-Timorees
- Oost-Vlaams
- Oostblok
- oostelijk
- oosten
- Oostenrijker
- Oostenrijks
- oostenwind
- oosterburen
- oosterlengte
- oosterling
- oosters
- oostfront
- oostgrens
- oosthoek
- oostkant
- oostkust
- oostmoesson
- oostnoordoost
- oostpunt
- oostwaarts
- Oostzeehandel
- oostzijde
- oostzuidoost
- ootje
- ootmoed
- ootmoedig
- op
- OP
- op-en-top
- op.
- op.cit.
- opa
- opaak
- opaal
- opalen
- opart
- opbakken
- opbaren
- opbellen
- opbergen
- opbeuren
- opbeuring
- opbiechten
- opbieden
- opbinden
- opblaashal
- opblaaspop
- opblazen
- opblijven
- opblinken
- opbloei
- opbloeien
- opbod
- opboenen
- opboksen
- opbollen
- opborrelen
- opbouw
- opbouwen
- opbouwend