Definities van Prisma Groot Woordenboek Nederlands in de Ensie I
- infectie
- infectiehaard
- infectieus
- infectieziekte
- inferieur
- inferioriteit
- infernaal
- inferno
- infertiliteit
- infiltrant
- infiltratie
- infiltreren
- infinitesimaalrekening
- infinitief
- inflammatie
- inflatie
- inflatiecorrectie
- inflatiespiraal
- inflationistisch
- inflatoir
- influencer
- influenza
- influisteren
- info
- infobesitas
- infographic
- infolijn
- infomercial
- informant
- informateur
- informatica
- informaticus
- informatie
- informatiebalie
- informatiedrager
- informatief
- informatiesnelweg
- informatietechnologie
- informatietoon
- informatisering
- informatrice
- informeel
- informeren
- infotainment
- infozuil
- infractie
- infrageluid
- infrarood
- infrasoon
- infrastructuur
- infunctietreding
- infusie
- infusiediertjes
- infuus
- ing.
- ingaan
- ingang
- ingangsexamen
- ingebakken
- ingebed
- ingebeeld
- ingebeeldheid
- ingeblikt
- ingebouwd
- ingebrekestelling
- ingeburgerd
- ingedikt
- ingehouden
- ingekankerd
- ingeland
- ingelegd
- ingemaakt
- ingemeen
- ingenaaid
- ingenieur
- ingenieus
- ingenomen
- ingenomenheid
- ingenottreding
- ingénue
- ingeplant
- ingeroest
- ingeschapen
- ingeschreven
- ingesleten
- ingesloten
- ingespannen
- ingesprektoon
- ingesteld
- ingesteldheid
- ingetogen
- ingetogenheid
- ingeval
- ingeven
- ingeving
- ingevoerd
- ingevolge
- ingewanden
- ingewijde
- ingewikkeld
