Definities van Prisma Groot Woordenboek Nederlands in de Ensie W
- wondheelkunde
- wondkoorts
- wondroos
- wondvocht
- wonen
- woning
- woningbouw
- woningbouwvereniging
- woningbureau
- woninggids
- woninghuur
- woninginrichting
- woningmarkt
- woningnood
- woningruil
- woningtoezicht
- woningwet
- woningwetwoning
- woningzoekende
- wonnen
- Woodbrookers
- woof
- woofer
- woog
- woon-werkverkeer
- woon-zorgcomplex
- woonachtig
- woonark
- woonboerderij
- woonboot
- wooneenheid
- woonerf
- woongebied
- woongedeelte
- woongelegenheid
- woongroep
- woonhuis
- woonkamer
- woonkazerne
- woonkern
- woonkeuken
- woonlaag
- woonlandbeginsel
- woonlasten
- woonoord
- woonplaats
- woonruimte
- woonschip
- woonst
- woonstee
- woonstraat
- woonvergunning
- woonvertrek
- woonwagen
- woonwagenkamp
- woonwijk
- woord
- woordaccent
- woordafleiding
- woordafleidkunde
- woordbeeld
- woordbetekenis
- woordblind
- woordbreuk
- woorddienst
- woordelijk
- woordeloos
- woordenboek
- woordenkennis
- woordenkraam
- woordenkramerij
- woordenlijst
- woordenpraal
- woordenrijk
- woordenschat
- woordenspel
- woordenstrijd
- woordenstroom
- woordentolk
- woordentwist
- woordenvloed
- woordenwisseling
- woordgebruik
- woordgeslacht
- woordgroep
- woordje
- woordkeus
- woordkeuze
- woordkunst
- woordkunstenaar
- woordmerk
- woordontleding
- woordorde
- woordregister
- woordschikking
- woordsoort
- woordspeling
- woordverklaring
- woordvoerder
- woordvoorraad