Definities van Prisma Groot Woordenboek Nederlands in de Ensie A
- abituriënt
- abject
- abjectie
- ablatief
- ablaut
- ablautend
- ABM
- ABN
- abnormaal
- abnormaliteit
- abolitie
- abolitionisme
- abolitionist
- abominabel
- abondant
- abonnee
- abonneenummer
- abonneetelevisie
- abonnement
- abonnementsconcert
- abonnementskaart
- abonneren
- ABOP
- Aboriginal
- Aborigines
- aborteren
- aborteur
- abortief
- abortivum
- abortus
- abortusboot
- abortuskliniek
- abortuspil
- abortuswet
- ABP
- abracadabra
- abraham
- Abraham
- abri
- abrikoos
- abrikozenboom
- abrikozenjam
- abrikozenpit
- abrupt
- ABS
- ABS-harsen
- abs.
- abscis
- abscissie
- abseilen
- absence
- absent
- absenteïsme
- absenten
- absentie
- absentielijst
- abside
- absidiool
- absint
- absolutie
- absolutisme
- absoluut
- absolveren
- absorberen
- absorptie
- absorptiespectrum
- absoute
- abstinent
- abstinentie
- abstinentieverschijnsel
- abstineren
- abstract
- abstractie
- abstraheren
- absurd
- absurdisme
- Absurdistan
- absurdistisch
- absurditeit
- abt
- abuis
- abundant
- abusief
- abusievelijk
- AbvaKabo
- ABVV
- ABW
- Ac
- acacia
- academica
- academicus
- academie
- academiejaar
- academielid
- academisch
- acajou
- acanthus
- accelerando
- acceleratie
- acceleratievermogen
