Definities van Prisma Woordenboek Nederlands in de Ensie E
- eerbiedigen
- eerbiedwaardig
- eerdaags
- eerder
- eergevoel
- eergisteren
- eerherstel
- eerlang
- eerlijk
- eerlijkheidshalve
- eerloos
- eerst
- eerstdaags
- eerste
- eerstedagenvelop
- eerstegraads-
- eerstegraadsverbranding
- eerstehulpverlening
- eerstejaars
- eersteklas
- eersteklasser
- eerstelijnsgezondheidszorg
- eersteling
- eersterangs
- eerstgeboorterecht
- eerstgenoemd
- eerstkomend
- eerstvolgend
- eertijds
- eervol
- Eerw.
- eerwaarde
- eerwraak
- eerzaam
- eerzucht
- eest
- eetbaar
- eetcafé
- eetgelegenheid
- eetgerei
- eethoek
- eethuis
- eetkamer
- eetlepel
- eetlust
- eetrijp
- eetservies
- eetstokjes
- eetstoornis
- eettent
- eetzaal
- eeuw
- eeuwenoud
- eeuwfeest
- eeuwig
- eeuwigheid
- eeuwwisseling
- efemeer
- effe
- effect
- effectbal
- effectbejag
- effectenbeurs
- effectenportefeuille
- effectief
- effectueren
- effen
- effenaf
- effenen
- efficiency
- efficiënt
- EFTA
- eg
- EG
- egaal
- egaliseren
- egalitair
- egard
- egel
- egelantier
- egelstelling
- egelvis
- egge
- eggen
- EGKS
- ego
- egocentrisch
- egodocument
- egoïsme
- egoïst
- egoïstisch
- egotisme
- egotrip
- egotripper
- egyptologie
- eh
- EHBO
- EHBO-post
- EHBO'er
- EHEC
