Definities van Prisma Woordenboek Nederlands in de Ensie B
- ballentent
- ballerina
- ballet
- balletdanser
- balletje-balletje
- balletmeester
- balling
- ballingschap
- ballistiek
- ballon
- ballonvaren
- balloon
- ballotage
- balloteren
- ballpoint
- balneotherapie
- balorig
- balpen
- balsa
- balsahout
- balsamicoazijn
- balsem
- balsemen
- balsemien
- balspel
- balsturig
- balts
- balustrade
- balzaal
- balzak
- bama
- bamboe
- bami
- bamischijf
- bamzaaien
- ban
- banaal
- banaan
- banaliteit
- bananenrepubliek
- bananenschil
- bancair
- bancontact
- band
- bandage
- bandana
- bandbreedte
- bandeloos
- bandenlichter
- bandenpech
- bandenspanning
- banderol
- bandiet
- bandijk
- banditisme
- bandjir
- bandoneon
- bandopname
- bandopnemer
- bandplooibroek
- bandrecorder
- bandstoot
- bandy
- banen
- banenmarkt
- banenmotor
- banenplan
- banenpool
- bang
- bangelijk
- bangerd
- banier
- banjeren
- banjo
- bank
- bank van lening
- bankbiljet
- bankbreuk
- Bankcommissie
- banket
- banketbakker
- banketletter
- bankgarantie
- bankgeheim
- bankgiro
- bankier
- bankkaart
- bankoverval
- bankpapier
- bankpas
- bankrekening
- bankroet
- bankroof
- banksaldo
- bankschroef
- bankspeler
- bankstel
- bankwerker
- bankwezen
- banneling
