Definities van Prisma Nederlands Fries in de Ensie B
- bemachtigen
- bemannen
- bemanning
- bemerken
- bemesten
- bemesting
- bemiddelaar
- bemiddeld
- bemiddeling
- beminnelijk
- beminnen
- bemoederen
- bemoedigen
- bemoeial
- bemoeien
- bemoeilijken
- bemoeiziek
- benadelen
- benaderen
- benadering
- benadrukken
- benaming
- benard
- benauwd
- benauwdheid
- benauwen
- bende
- beneden
- benedenverdieping
- benemen
- benen
- bengel
- bengelen
- benieuwd
- benieuwen
- benig
- benijden
- benodigd
- benodigdheden
- benoemen
- benoeming
- benul
- benutten
- benzine
- benzinetank
- benzineverbruik
- beoefenen
- beoefening
- beogen
- beoordelen
- beoordeling
- bepaald
- bepalen
- bepaling
- beperken
- beperking
- beperkt
- bepleiten
- beproefd
- beproeven
- beproeving
- beraad
- beraadslagen
- beraden
- beramen
- berde
- berechten
- beredderen
- beredeneren
- bereid
- bereiden
- bereidwillig
- bereik
- bereikbaar
- bereiken
- berekenen
- berekening
- berenklauw
- berg
- bergachtig
- bergafwaarts
- bergbeklimmer
- bergen
- berging
- bergketen
- bergop
- bergruimte
- bergschoen
- bergtop
- bericht
- berichten
- berijden
- berispen
- berisping
- berk
- berm
- beroemd
- beroemdheid
- beroemen
- beroep