Definities van Prisma Nederlands Fries in de Ensie Z
- zeil
- zeilboot
- zeildoek
- zeilen
- zeiler
- zeilschool
- zeilwedstrijd
- zeis
- zeker
- zekerheid
- zelden
- zeldzaam
- zeldzaamheid
- zelf
- zelfbeheersing
- zelfbeklag
- zelfbestuur
- zelfbewust
- zelfde
- zelfdoding
- zelfingenomen
- zelfkant
- zelfkennis
- zelfkritiek
- zelfmoord
- zelfs
- zelfstandig
- zelfverdediging
- zelfverloochening
- zelfvertrouwen
- zelfverwijt
- zelfverzekerd
- zelfzuchtig
- zemelen
- zendapparatuur
- zendeling
- zenden
- zender
- zending
- zendmast
- zendtijd
- zenuw
- zenuwachtig
- zenuwinzinking
- zenuwpees
- zenuwslopend
- zenuwstelsel
- zenuwziek
- zerk
- zes
- zestien
- zestig
- zet
- zetbaas
- zetel
- zetmeel
- zetpil
- zetten
- zeug
- zeulen
- zeuren
- zeurkous
- zeven
- zeventien
- zeventig
- zich
- zicht
- zichtbaar
- zichzelf
- ziedend
- ziek
- zieke
- ziekelijk
- ziekenauto
- ziekenbezoek
- ziekenfonds
- ziekenhuis
- ziekenhuisbacterie
- ziekte
- ziektekostenverzekering
- ziekteverzuim
- ziel
- zielig
- zielsgelukkig
- zielsveel
- zien
- zienderogen
- zienswijze
- zier
- ziezo
- zigeuner
- zigzag
- zij
- zijd
- zijde
- zijdelings
- zijden
- zijderups
- zijkant
- zijligging
