Definities van Prisma Nederlands Fries in de Ensie H
- hoeveelste
- hoeven
- hoewel
- hoezeer
- hoezo
- hof
- hoffelijk
- hofhouding
- hogeschool
- hok
- hol
- Holland
- Hollander
- Hollands
- hollen
- holte
- hom
- hommel
- homo
- homofiel
- homoseksueel
- homp
- hond
- hondenhok
- hondenpoep
- hondenweer
- honderd
- honderduit
- honds
- hondsdolheid
- hondsdraf
- honen
- honger
- hongeren
- hongerig
- hongersnood
- honing
- honingraat
- honkbal
- honoreren
- hoofd
- hoofdartikel
- hoofdbestuur
- hoofdbureau
- hoofddeksel
- hoofddoek
- hoofddoel
- hoofdeinde
- hoofdelijk
- hoofdfilm
- hoofdje
- hoofdkussen
- hoofdkwartier
- hoofdletter
- hoofdmoot
- hoofdpersoon
- hoofdpijn
- hoofdredacteur
- hoofdrol
- hoofdschudden
- hoofdstad
- hoofdstuk
- hoofdzaak
- hoofdzakelijk
- hoofs
- hoog
- hoogachten
- hoogachting
- hoogconjunctuur
- hoogdravend
- hooghartig
- hoogheid
- hoogleraar
- hooglopend
- hoogmoed
- hoogseizoen
- hoogspanningsmast
- hoogstaand
- hoogstens
- hoogstwaarschijnlijk
- hoogte
- hoogtepunt
- hooguit
- hoogvlakte
- hoogzwanger
- hooi
- hooiberg
- hooien
- hooikoorts
- hooizolder
- hoon
- hoop
- hoopvol
- hoor
- hoorbaar
- hoorn
- hoorspel
- hoos
- hop
- hopelijk
