Definities van Prisma Nederlands Fries in de Ensie G
- gezwel
- gezwollen
- gezworen
- gids
- giechelen
- gier
- gieren
- gierig
- gierigaard
- gierigheid
- gierst
- gieten
- gieter
- gietijzer
- gif
- gifgas
- gifmenger
- gift
- giftig
- gigantisch
- gij
- gijzelaar
- gijzelen
- gil
- gillen
- ginds
- ginnegappen
- gips
- gireren
- giro
- gissen
- gisten
- gisteravond
- gisteren
- gistermiddag
- gistermorgen
- gisting
- gitaar
- gitzwart
- glad
- gladheid
- gladiool
- glans
- glansrijk
- glanzen
- glas
- glasbak
- glashard
- glashelder
- glazen
- glazenwasser
- glazig
- glazuur
- gletsjer
- gleuf
- glibberen
- glibberig
- glijbaan
- glijden
- glimlach
- glimlachen
- glimmen
- glimp
- glimworm
- glinsteren
- glippen
- globaal
- gloed
- gloednieuw
- gloeien
- gloeiend
- gloeilamp
- glooiing
- glorie
- gluiperig
- glunderen
- gluren
- gluurder
- gniffelen
- goal
- god
- God
- goddelijk
- goddeloos
- goddeloosheid
- godgeleerdheid
- godheid
- godin
- godsdienst
- godsdienstig
- godsnaam
- godverlaten
- godvrezend
- godvruchtig
- godzijdank
- goed
- goedaardig
- goedemiddag
- goedemorgen
- goedenacht