Definities van Prisma Nederlands Fries in de Ensie E
- e
- e-mailen
- eau de cologne
- eb
- echec
- echo
- echt
- echtbreuk
- echtelieden
- echtelijk
- echter
- echtgenoot
- echtgenote
- echtheid
- echtpaar
- echtscheiding
- eclatant
- ecologisch
- economie
- economisch
- econoom
- edel
- edelachtbaar
- edelen
- edelmoedigheid
- edelsteen
- editie
- educatie
- eed
- eekhoorn
- eelt
- een
- eend
- eendracht
- eenheid
- eenhoorn
- eenjarig
- eenmaal
- eenpersoons
- eenrichtingsverkeer
- eens
- eensgezind
- eensklaps
- eensluidend
- eenstemmig
- eentje
- eentonig
- eenvoud
- eenvoudig
- eenzaam
- eenzaamheid
- eenzelvig
- eenzijdig
- eer
- eerbaar
- eerbied
- eerbiedig
- eerder
- eergevoel
- eergisteren
- eerlijk
- eerlijkheid
- eerloos
- eerst
- eersteklas
- eersterangs
- eertijds
- eervol
- eerzuchtig
- eetbaar
- eetgelegenheid
- eetkamer
- eetlepel
- eetlust
- eeuw
- eeuwig
- eeuwigheid
- eeuwwisseling
- effect
- effectief
- effen
- effenen
- eg
- egaal
- egel
- eggen
- egoïsme
- egoïstisch
- ei
- eierdopje
- eierschaal
- eierstok
- eigen
- eigenaar
- eigenaardig
- eigendom
- eigendunk
- eigengemaakt
- eigengereid
