Definities van Prisma Nederlands Fries in de Ensie D
- dubbelganger
- dubbeltje
- dubbelvouwen
- dubbelzinnig
- dubio
- duchten
- duchtig
- duel
- duet
- duf
- duidelijk
- duidelijkheidshalve
- duiden
- duif
- duig
- duikboot
- duikbril
- duikelen
- duiken
- duiker
- duim
- duimen
- duimstok
- duin
- duinpan
- duister
- duisternis
- duit
- Duits
- Duitser
- Duitsland
- duivel
- duivels
- duiventil
- duizelen
- duizelig
- duizeling
- duizend
- duizendtal
- dulden
- dun
- dunk
- dunken
- dupe
- duperen
- duplicaat
- duren
- durf
- durven
- dus
- dusdanig
- dusver
- dutje
- dutten
- duur
- duurte
- duurzaam
- duw
- dwaalspoor
- dwaas
- dwalen
- dwang
- dwangbevel
- dwangmatig
- dwarrelen
- dwarrelwind
- dwars
- dwarsbomen
- dwarsdoorsnede
- dwarsstraat
- dweepziek
- dweil
- dweilen
- dwepen
- dwerg
- dwingeland
- dwingen
- dynamiet
- dynamisch
