1 als uitroep of krachtterm gebruikt om zijn ongenoegen of minachting mee uit te drukken: vreselijk; heel erg. In jeugdige kringen ook wel dikke shit. Eigenlijk gaat het om een eigentijdse variant van het veel oudere kut. In de hitparade van krachttermen staat het Engelse woord (letterlijk ‘stront’, maar overdrachtelijk ook voor ‘rommel, rotzooi’, en als uitroep misschien het best te vertalen als ‘loop schijten’) op de eerste plaats bij Nederlanders.
Overigens vinden Engelsen dit woord veel heftiger en obscener dan Nederlanders, die zich nauwelijks bewust zijn van het taboekarakter. Wie is daar, vroeg Lea en shit, ik wist het wel, politie. (René Stoute: Uit het achterland, 1985)
Dit is volkomen shit. (Oor, 24/08/85, over een pop- groepje)
Trouwens, ik vond het echt shit dat ze een tijdje niets van zich heeft laten horen... (Lezersbrief, in: Muziek Express, december 1987)
2. de- valt van me af, als uiting van opluchting. Vnl. jeugdtaal. Jaren tachtig.
3. ergens - aan hebben, maling aan iets hebben; ergens van balen. Jeugdslang jaren negentig. Eigentijdse variant van schijt hebben aan iets,/iemand.
Okay, okay, okay. Tof blad, niets op aan te merken. Vooral dat yebber-idee was goed. Eindelijk een blad dat overal shit aan heeft. (Webber, november 1995)
4. in de - zitten, narigheid, ellende meemaken. Jeugdtaal jaren tachtig en negentig. Zich in de shit werken bet. ‘zich in de nesten werken; problemen zoeken’.
Ook kok Bertus ‘zit een beetje in de shit’: ‘Die jongen van boven, van de Brasserie, is ziek en ik heb al die bestellingen erbij.’ (Vrij Nederland, 18/07/87) Zelf maakte hij vier grote ingrepen in zijn Vlaar- dingse bedrijf mee, oudere collega’s negen, en daarvan heeft hij er heel wat doodziek van ellende naar huis zien gaan. Die hadden zo’n dertig jaar in de shit gezeten en daarom kwamen ze in de WAO. (HP/De Tijd, 02/08/91)
Ja, Dieuwertje zat bij ons. En dan krijg je dus dat soort foto’s. Zou mij ook overkomen als ik in de shit zou zitten: scheiding of geen geld meer zou hebben. (Nieuwe Revu, 27/09/95)
5. zich - voelen, zich ellendig, down voelen. Jeugdtaal. Sinds beginjaren zeventig.
Ik voelde me aardig shit... (Groupie, 1970)
