Elektronische popmuziek die een drumcomputer combineert met synthesizerklanken. De presentatie van de Moog synthesizer in 1965 betekent een revolutie.
In combinatie met een ritmebox, de voorloper van de drumcomputer, wordt het mogelijk volledig elektronische muziek te maken. Engelse en Amerikaanse rockmuzikanten zien de nieuwe vinding als een curiositeit: een elektronisch speeltje om af en toe een geluidseffect uit te halen. De eerste muzikanten die de nieuwe technologie prominent gebruiken komen uit landen waar nauwelijks een rocktraditie is. Grote synthesizerhits zijn Son Of My Father van Chicory Tip (Italië, 1972), Popcorn van Anarchic System (Frankrijk, ’72) en Autobahn van Kraftwerk (Duitsland, ’75). Een doorbraak betekent Donna Summer’s I Feel Love, een volledig elektronische productie van de Italiaan Giorgio Morodor. De plaat is dè danshit van 1977. Punk en new wave stellen eind jaren zeventig alle bestaande regels in de popmuziek ter discussie. Het schept een nieuwe kans voor de synthesizer. Opnieuw zijn het de Westeuropeanen die voorop lopen. Het is de eerste generatie popmuzikanten die nauwelijks een instrument beheerst maar die met de nieuwe technologie en leuke ideeën toch succesvolle platen weet te maken. Met de opkomst van house is het afgelopen met synthipop, ook wel electro genoemd. Aan het begin van de 21ste eeuw ontstaat er in de dancescene een revival van deze eerste elektronische dansmuziek. Voorbeelden: Depeche Mode, Human League, Orchestral Manouvres In The Dark, Yazoo, Yello