Gepubliceerd op 20-07-2020

Vacht

betekenis & definitie

is een echt Ndl. woord, verwant met ’t Gr. pekein = trekken, plukken, waarvan pokos = afgeschoren schapewol (de wol werd oudtijds geplukt) of vlies. Het Os. had fahs = hoofdhaar.

Vadem bet. oorspr.: omspanning (vgl. ’t Got. fatha = omheining), en wel meer in ’t: bijzonder: met de armen; van den Germ. wt. feth, fath = uitspreiden. Een vadem is n.l. de lengte der uitgespreide armen. — Omvademen = omarmen (als maat’, niet als omhelzing).