van ’t Ofr. praiel (thans pré au), verkleinw. van pré, Lat. pratum = weide. Eig. dus: kleine weide. Vgl. ’t Mnl.: „Si ghinghen hem (= zich) meyen in een prieel; daer in stonden alrehande bloemen, in midden stont ene „clare fonteine” ende een boem (= boom), die scade (schaduw) gaf.” Die schaduw zal wel het overgangsbegrip gevormd hebben van weide tot tuinkoepel. Zie: Weesje.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk