’t zelfde woord als gezinde in de bet. van: leden van eenzelfde huis, hier toegepast op een godsdienstige sekte, ,,die als broeders van 't zelfde huis samenwonen.” — Gezinde werd later opgevat als een afl. van zijn gezind zijn, d.i. als aanhanger of volgeling van dezelfden zin zijn; bijv. Prinsgezinden, Doopsgezinden, enz. en zoo kreeg gezind het achtervoegsel te (vgl. breed en breedte); gezindte werd toen: gezindheid, maar uitsluitend van godsdienstige sekten.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk