Deze uit Noord-Amerika afkomstige soort is wel de meest algemene van alle in ons land voorkomende soorten Fijnstraal. In een ongelooflijk korte tijd heeft deze fijnstraal zich over geheel Europa uitgebreid. Deze verspreiding geschiedde in hoofdzaak door de wind, die het van vruchtpluis voorziene zaadje her en der wegvoerde.
Men weet met zekerheid dat zij in 1653 in de botanische tuin in Blois (Frankrijk) werd gekweekt. Reeds twee jaar later (1655) wordt de plant in Duitsland gesignaleerd. We mogen aannemen dat ook omstreeks die tijd de plant in ons land is binnengedrongen. Geen geloof wordt meer gehecht aan het oude verhaal dat het zaad tussen de veren van een opgezette vogel in Europa is terechtgekomen; daar staat echter tegenover dat men niet precies weet hoe dit wel is geschied. In de geneeskunde werd de plant aangewend bij verschillende ziekten en kwalen. Zo maakt de homeopathie gebruik van een essence bereid uit het verse, bloeiende kruid bij bloedingen van blaas of baarmoeder.
