Gepubliceerd op 09-12-2019

Cerástium | Cerástium arvénse: Akkerhoornbloem

betekenis & definitie

Cerastium komt van het Griekse kerastes, dat gehoornd beduidt. Dit naar aanleiding van de vruchtjes die als een hoorn een weinig gekromd uit de kelk steken. De Nederlandse soortnaam beduidt hetzelfde als de Latijnse, namelijk akkerbewonende hoornbloem (arvense: akkerbewonend).

Men zou dus, naar aanleiding van deze naam, verwachten dat ze op akkers veelvuldig zou voorkomen. Dit is echter bij ons niet het geval, want men treft de plant aan langs dijken en wegen en tussen het gras op zandgrond.Dit kleine plantje schijnt weinig of niet in de volksgeneeskunst gebruikt te zijn, ook in de officiële geneeskunde vond het geen aanwending. We vinden wel de namen Akkerogetroost en Gemene Ogetroost en deze namen zouden dan kunnen wijzen op het gebruik bij oogkwalen. Dat het bij hartkwalen gebruikt zou kunnen zijn, kan men opmaken uit de naam die de plant draagt bij Tabernaemontanus (1588): Herzrösleingrass.

De naam Pispotjes in Salland, Zuid-Limburg, Zuid-Holland en op de OostVeluwe aan de plant gegeven, duidt op de vorm van de bloem, evenals dit het geval is met de naam Witte klokjes (Zeeuws-Vlaanderen). De naam Kleine witte ginoffelen schijnt niet meer voor te komen. Ook hier is de vorm van de bloem naamgevend geweest, want ginoffel of genoffel is een oude benaming voor de anjelier.