Gepubliceerd op 09-12-2019

Ballóta | Ballóta nígra: Stinkende ballote

betekenis & definitie

De oorsprong van de naam Ballota is niet geheel duidelijk. De meest waarschijnlijke is, dat hij afkomstig is van het Griekse hallo: wegwerpen of werpen, omdat de plant vanwege haar onaangename geur spoedig door iedereen weggeworpen werd. Het kan ook een latinisering zijn van de oude Griekse plantenaam ballote, waarvan de betekenis nog onbekend is.

Deze soort is de enige van het geslacht Ballota die in ons land voorkomt. De Latijnse soortnaam nigra, hetgeen zwart betekent, slaat op de donkergroene bladeren. Vanwege de gelijkenis van de plant met die van verwante geslachten Marrúbium (Malrove) en Stachys (Andoorn) kreeg de soort namen als Zwarte Malruwe, Zwarte Malrowe, Zwarte Malreuvie, Zwarte andoorn en Stinkende andoorn. Dodonaeus liet boven de afbeelding plaatsen ‘Swarte Malreuvie of Stinckende Andoren en voegde er aan toe: ‘Dese soorte van Andoren wort in Nederlant Swarte Malreuvie oft Stinckende Andoren genoemt. Swart Andoren met saut op de beten van de verwoede Honden geleyt, gheneest die: waer in dit cruyt voor seer craechtich gehouden wort van Dioscorides.’ Vroeger kende men de soort ook onder de naam Stinkende Netel; deze aanduiding of naamgeving slaat op de gelijkenis van de bladeren met die van de Witte dovenetel (Lamium album). De Engelsen in Shropshire gaven ironisch een heer Rutger de schuld van de onaangename geur en noemden de plant Stinking Roger. Een naam die waarschijnlijk niet meer in gebruik is, is die van Godvergeten of Gods vergeten. Deze naam is door ons uit het Duits overgenomen. Zo vermelden Brunfels en Fuchs de plant als Gottsvergess. In een oud handschrift uit het begin van de vijftiende eeuw en bekend onder de naam ‘Synonyma apothecariorem’ treffen we namen aan als: Godvorghetene en brun Godesvorgetene. Deze namen wijzen overduidelijk op de onaangename geur die de plant afgeeft, vooral wanneer men de bladeren stuk wrijft. Een Italiaanse volksnaam laat dit eveneens blijken, daar spreekt men van Cimiciotto, hetgeen wil zeggen Wantsenkruid.

Zoals men weet verspreiden deze diertjes niet bepaald een aroma dat we gaarne verlangen te ruiken. Een andere verklaring is, dat de geneeskracht van de Ballote zo groot is, dat men uit dankbaarheid God zou kunnen vergeten. Deze verklaring lijkt ons wel zeer gezocht, temeer omdat de plant niet zoveel in de geneeskunde aangewend werd. Over het geneeskundig gebruik het volgende. Men gebruikte een aftreksel van de bladeren en de bloemen als versterkend middel en als worm- en stuipverdrijver. Als thee getrokken werd het bitter smakende kruid aangewend bij hypochondrie en hysterie. Meer bekendheid kreeg de Ballote in de apotheek bekend als Herba Ballotae als middel bij jicht en podagra. Men moest dan de Ballotathee als omslag op de pijnlijke delen leggen. Dodonaeus weet te verhalen dat de bladeren, onder de as ‘ghebraden’, aambeien verdrijven. Aan het bijgeloof is de plant ook niet ontkomen, want we vinden vermeld dat de ooievaars dit kruid in hun nesten leggen, opdat de vleermuis dan krachteloos wordt en niet op de nesten kan komen om de eieren te bederven.