Gepubliceerd op 09-12-2019

Alchemilla | Alchemílla vulgáris: Vrouwenmantel

betekenis & definitie

Deze geslachtsnaam werd door Linnaeus aan dit plantengeslacht gegeven. Vroeger werd namelijk de naam geschreven als Alchimilla of Alchymïlla, omdat de dauwdruppels, voorkomende op de bladeren, door de alchimisten bij hun experimenten om goud uit allerlei stoffen te verkrijgen, gebruikt werden. Ook bij hun zoeken naar de steen der wijzen werd de plant gebruikt, want men beweerde dat zij geheime krachten bevatte.

Zo was een oude Duitse volksnaam hiermede in overeenstemming: Alchimistenkraut. Of het juist deze plant is geweest die deze lieden gebruikten is nog niet geheel uit de doeken gedaan en wacht nog op een nader onderzoek.Alhoewel de Latijnse soortnaam vulgaris duidt op het algemeen voorkomen (vulgaris: gewoon), is deze in bosachtige streken voorkomende plant minder algemeen geworden. De naam Vrouwenmantel heeft zij gekregen omdat de bladeren als een ouderwetse mantel geplooid zijn. In de heidense voortijd was de plant gewijd aan Frigga, de gemalin van Odin (Wodan) en de moeder van Balder. Bij Heukels komen we de naam Mantel van Freya (Freya is identiek aan Frigga) tegen, zonder enige verdere aanduiding. Deze naam duidt eveneens op een heidense oorsprong, maar of het een echte spontane volksnaam is, durven we niet zonder meer beweren. Anderzijds zou de naam van Onze Lieve Vrouwenmantel erop kunnen duiden dat de heidense naam indertijd gekerstend is. Slaan we de Nederlandsche Volkskunde van dr. Jos Schrijnen op, dan lezen we het volgende: ‘De O. L. Vrouwenmantel met haar zachtgeplooide, ronde, gelobde bladen, als een geplooide pelerine met franje, herinnert volgens W. F. van Eeden aan het manteltje van Nehalennia. Meer overeenkomst vind ik in de mantelvormigsaamgeplooide blaren met den mantel van Maria, dien zij om haar beschermelingen heenslaat, zoals dit vaak in de Middeleeuwse kunst is voorgesteld.’ Overeenkomstige namen buiten onze grenzen zijn: Manteau de Notre Dame (Frankrijk), Muttergottesmäntelchen, Onser Frouwe Mantel en Marienmantel (Duitsland). Onze naam Vrouwenmantel vindt men terug in Frauenmantel en Manteau des dames.

Uit vorige eeuwen kennen we namen als Sinauw, Sinouw, Synnauw en Sinnouw; deze zijn terug te voeren op de oude Duitse benaming Sintau, hetgeen wil zeggen altijddauw, (sin: altijd, immer en tau: dauw). Wanneer het namelijk sterk gedauwd had, hielden de naar boven gevouwen, zacht behaarde bladeren het vocht zeer lang vast en in het ochtendgloren glinsterden de dauwdruppels opvallend.

Andere oude benamingen zijn Leeuwenpoot bij Fuchs (1543) en Leeuwenvoet in ‘Die Ortis Sanitatis’ van 1514. In de Plantenatlas uit het jaar 1897 van D. H. Calkoen komt de plant voor als Gewone Leeuweklauw. Deze namen kunnen ‘vertalingen’ zijn van de oude Latijnse benaming, maar het tegenovergestelde is niet uitgesloten. Slaat men Dodonaeus op dan schrijft hij: ‘Men noemt dit cruydt in ’t latijn Alchimilla, andere planta leonis ende pes leonis.’ Hij gaat dan verder: ‘Sy stelpt het bloed ende maendstonden die onmatelycken vloeden. De selve ghestooten ende op de vrouwen ende maeghden borsten gheleyt, maeckt die hard ende styf; belettende dat sy niet te seer en swillen ende te bol oft dick en worden.’ Ook hier werd de plant in de vrouwelijke sfeer betrokken. Zoals we reeds hebben vermeld noemt Fuchs de plant Leeuwenpoot of Pes leonis en voegt eraan toe, dat de bladeren rond en bleek zijn, als de poten van een leeuw.

Behalve voor het helen van wonden werd het kruid, als thee getrokken, gebruikt bij maag- en darmstoornissen.

Zo vinden we nog bij Tabernaemontanus in zijn, in 1588 te Bazel verschenen, ‘Neu Kreuterbuch’ vermeld, dat door het drinken van het aftreksel, kinderbreuken en vallende ziekte genezen konden worden. Het was de dauw die vroeger vele schoonheidsmiddeltjes opleverde, al of niet met andere ingrediënten vermengd.

Zo moest men met bedauwde bladeren het gezicht inwrijven om de zomersproeten kwijt te raken.

Ook antimagische krachten schreef men de plant toe, want in de ouderwetse Hemelvaartruikers of Kruidwissen ontbrak de Vrouwenmantel niet. Dergelijke bloemtuilen, die vaak uit meer dan vijftien soorten planten bestonden, werden op die dag naar de kerk gebracht om te worden gewijd.

Een oude sage verhaalt dat Frigga vele tranen vergoot toen haar man Odin naar verre oorden was vertrokken. Deze tranen vielen op de plant en veroorzaakten de dauwdruppels.