(Lat., zak). S. caecus major, groote blinde zak = fundus ventriculi, zie ald. S. caecus minor, kleine blinde zak = pars cardiaca ventriculi. Sacci caeci retrosterno-cleido-mastoidei, blinde zakken achter de beneden-uiteinden van den musc. sterno-cleido-mastoideus. S. conjunctivalis, de zak van het bindvlies van het oog; de ruimte tusschen de gesloten oogleden en het oog. S. endolymphaticus, het verwijde uiteinde van den ductus endolymphaticus van het labyrint; syn. zak van Cotugno-Böttcher. S. epiploicus minor, = bursa omentalis, zie ald. S. hemiellipticus, = utriculus, zie ald. S. lacrimalis, tranenzak. S. lacteus, = cisterna chyli, zie ald. S. lienalis, = recessus lienalis. S. omentalis, = bursa omentalis, zie ald. S. peritonei, 1. peritoneum parietale; 2. de buikvliesholte. S. vulva-scrotalis Macalister, zak aan het benedeneinde van het lig. uteri teres.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk