Willem van der Ven geb. Rotterdam 9 augustus 1898, overl. Den Haag (Scheveningen) 7 juli 1958. Woonde en werkte in Rotterdam, Den Haag (Scheveningen), tijdelijk Kampen (3 jaar), Den Haag.
Was aanvankelijk technisch tekenaar en ontwerper voor scheepsonderdelen, ging zich omstreeks 1935/36 geheel aan de schilderkunst wijden. Autodidakt, behoudens enkele aanwijzingen van o.a. M. Brandenburg te Amsterdam.
Schilderde vnl. de natuur, landschappen; een kar in de sneeuw; de kerk te Katwijk a. Zee, boerderijen in de omgeving van Kampen; enz. Was tevens een goed organist. Gaf les aan S. J. Corstanje en R. C. de Leeuw.
Die Constghesellen 2, 1947 (P. Koomen, blz. 292-293).
