Willem Alexander Knip (‘Willem’) geb. Amsterdam 31 januari 1883, overl. Blaricum 28 oktober 1967.
Woonde en werkte in Amsterdam, Haarlem, Laren (N.H.) tot 1934, daarna in Blaricum. Na 1921 ook werkzaam in Frankrijk, Italië en Spanje.
Leerling van de Quellinusschool te Amsterdam (3 jaar) o.l.v. J. Visser, daarna te Haarlem (2i jaar) o.l.v. J. J. C. Lebeau. Schilderde, aquarelleerde en tekende (pastel) landschappen, haven- en stadsgezichten. Behaalde in 1942 de St. Lucasprijs en in 1953 de Arti-medaille. Was lid van ‘Arti et Amicitiae’, ‘St. Lucas’ te Amsterdam en van de Gooise Schildersvereniging. Gaf les aan J. R. Th. Philippi, A. J. Pieck en M. Pieck.
Eretentoonstelling., Kunstzaal Hamdorff. (N.H.) 1953. Stedelijk Van Abbemuseum Eindhoven: Les Matiques bij avond. 1933. Rijkscollectie: woonschuiten in de Seine. Singer Museum Laren (N.H.): gezicht op Dordrecht: haven van Concarneau; zeiljacht in de haven van Nice; houthaven te Amsterdam; de haven van Venetië; kop van de Handelskade te Amsterdam; aquarellen en tekeningen. Luns: Mak van Waay; Plasschaert; Van Hall I en II.