Gepubliceerd op 21-02-2019

Wilhelmine gips

betekenis & definitie

Wilhelmine Gips geb. Vrijenban (thans gem. Delft) 28 augustus 1897. Woonde en werkte in Den Haag 1912-1934, Menton (A.M.), ZuidFrankrijk 1934-1956, Den Haag tot 1959, daarna in Oosterbeek.

Weduwe van L. C. Carbin. Dochter van A. F.

Gips. Leerlinge van de Akademie v. B. K. in Den Haag o.l.v. Fr. Jansen en D. Bautz.

Schildert, aquarelleert en tekent (pastel) in figuratieve trant aanvankelijk figuren en enkele portretten, later landschappen en stillevens. Lid van ‘Pulchri Studio’ in Den Haag en van ± 1931-1960 lid van de Vereniging v. B.K. ‘De Brug’ te Amsterdam. Verkreeg in 1953 de Médaille de Bronze, IIe Biennale te Menton.

Van Hall I en II; Waller.

< >