Tobias van Westrheene Wz. geb. Hof van Delft 26 september 1825, overl. Den Haag 4 oktober 1871. Leerling van W. H. Schmidt (1844-1850).
Schrijver (ook over kunst), schilder, tekenaar en lithograaf van figuren en historische voorstellingen. Woonde en werkte in Delft tot 1850, daarna in Den Haag, tijdelijk in Rotterdam (1859-1861). Heeft na 1852 praktisch niet meer geschilderd, was nadien o.m. redacteur van het tijdschrift de Kunstkronijk.
Tentoonstellingen Den Haag 1849 en 1851, Amsterdam 1850, Zwolle 1847. Rotterdam 1850 tot 1852 en Groningen 1852: de doodgraver (naar een gedicht van Tollens); smid uit de 17de eeuw; de onderwijzing; de gravin van Leicester; een krijgsman en zijn kind; de schilder Tintoretto en zijn dochter; huiselijk tafereel; meisje op de rotsen aan zee; enz.
Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek III; Scheen; Thieme-Becker; Waller.