Theodorus Bitter (‘Theo’) geb. Den Haag 16 december 1916. Woonde en werkte in Den Haag, Oslo (Noorwegen), Den Haag, Lecce (Italië); thans in Den Haag.
Leerling van de Akademie v. B.K. in die stad o.l.v. H. Meijer en 2 jaar leerling van G. Arn. Smith.
Schildert, tekent en aquarelleert, familieportretten in naïef realistische stijl; vissers en de zee, in abstrakt-expressionistische stijl; landschappen in abstrakte stijl en figuren in neo-abstrakte stijl. Maakt tevens kleurdrukken, muurschilderingen en mozaïeken.
Begaafd kunstenaar. Verkreeg in 1949 de Jacob Marisprijs. Lid van ‘Pulchri Studio’, Groep ‘Verve Figura’, 10 Nederlandse Gouachisten en de Haagse Aquarellisten.
Gaf van 1946-1960 les aan de Kon. Akademie v. B.K. in Den Haag en aan M. S. E. van Dulmen Krumpelman, H. J. G. Herberghs, L. J. W. Kording, R. G. de Leeuw, H. Oostenbrink, jhr P. A. Smissaert, L. D. Verkouteren.
Haags Gemeentemuseum: stilleven met viool, 1944: stadsgezicht met poortje, 1944; zondagmorgen. Het Nederlandse Postmuseum Den Haag: sortering voor bestelling (tek.); diverse andere tek.betr. hebbend op het P.T.T.bedrijf. Rijkscollectie: vissen op zwart fond; vrouw achter tafel; visvangst; strand met vogels; gouaches; tekeningen en grafisch werk.