Teunis Bakker (‘Teun’) geb. Purmerend 3 november 1894, overl. Amsterdam 28 maart 1964. Leerling van de Rijksnormaalschool (1912-1916) en de Rijksakademie (19161922) te Amsterdam, o.l.v. A. J. Derkinderen, J. H. Jurres en N. van der Waay.
Heeft ook les gehad van J. Jongert, J. G. Veldheer (Edam, 1918-1919) en van G. H. Breitner.
Schilderde en etste portretten en stillevens. Verkreeg in 1919-1923 subsidie uit het ‘Davidsfonds’ van de maatschappij ‘Arti et Amicitiae’ te Amsterdam, waarvan hij ook lid was; in 1923-1926 verkreeg hij de koninklijke subsidie en behaalde in 1921 de CohenGosschalkprijs.
Gaf les aan J. Bark.
Luns; Mak van Waay; Plasschaert; Waller.