Gepubliceerd op 14-02-2019

Sjoerd de roos

betekenis & definitie

Sjoerd de Roos geb. Smallingerland (Drachten) 14 september 1877, overl. Haarlem 3 april 1962. Noemde zich Sjoerd Hendrik de Roos.

Woonde en werkte in Amsterdam tot 1903, Krommenie tot 1907, Sloten (N.H.), Heemstede, Zandvoort tot 1918, Blaricum tot 1920, Hilversum tot 1936, daarna in Haarlem. Maakte reizen naar Italië, Zwitserland, enz. Leerling van de Tekenschool voor Kunstambachten en van de Rijksakademie (avondcursus 1895-1898) te Amsterdam.

Vooral grafisch kunstenaar (van formaat), bekend letterontwerper. Ook ontwerper van meubelen en andere gebruiksvoorwerpen. Tekenaar en lithograaf van portretten. Maakte in olieverf, krijt en sepia landschappen en ook dorpsstraatjes uit Italië en Zwitserland. Was in alle opzichten een bijzonder typografisch kunstenaar. Gaf les aan D. Dooijes.

Tentoonstellingen Arnhem 1901 en Amsterdam 1903: moeder en kind (lithografie); de Slotlaan te Zeist (aquarel); een portret (gekleurd krijt). Eretent. Frans Halsmuseum Haarlem (cat. 20-9-1-10-1947) en tent. mus. Huis Van Looy Haarlem (cat 1964). Werk in het Frans Halsmuseum Haarlem (w.o. veel ex-librissen); Het Nederlandse Postmuseum Den Haag: ontw. voor Ned. postzegels.

Luns; Mak van Waay; Thieme-Becker: Van Hall II; Waller.

< >