Riekele Prins geb. Kollumerzwaag 25 april 1905, overl. Groningen 14 mei 1954.
Woonde en werkte in Bedum tot 1945, daarna in Groningen. Was aanvankelijk machinist, autodidakt (enkele lessen van J. Derksen Staats), ging zich later geheel aan de kunst wijden.
Schilderde en tekende veel Groningse landschappen, was vooral graficus, werd genoemd ‘de meester van de etsplaat’.
Behaalde in 1952 de Culturele prijs van de provincie Groningen, te zijner ere werd een herdenkingstentoonstelling gehouden in de stad Groningen. Was o.m. lid van de Vereniging tot Bevordering der Grafische Kunst.
Rijkscollectie: verdronken land (ets).
Luns; Mak van Waay.