Reinier Vinkeles geb. Amsterdam 19 juni 1741, overl. Amsterdam 30 januari 1816.
Leerling van J. Punt en later medewerker (1752-1761), tevens leerling van de Amsterdamse Stads-Tekenakademie en van J. Ph. Le Bas (Parijs). Werkte in Amsterdam, tijdelijk Parijs (1770-1771).
Heeft een massa boekprenten en portretten gegraveerd; heeft tevens geëtst, tekeningen in O.I. inkt en aquarellen vervaardigd. Had heel veel medewerkers, o.a. C. Bogerts, C. Brouwer, A. Cardon, L. E. F. Garreau, N. van der Meer jr en zijn zoons A. en J. Vinkeles, zijn broer H. Vinkeles, I. de Wit Jansz. enz.
Gaf les aan zijn zoons en aan J. E. Marcus, J. Millies, D. Vrijdag.
Gemeentearchief Amsterdam: aquarellen en tekeningen met afbeeldingen van Amsterdam, w.o. de Utrechtsepoort, de Zaagmolenpoort, de Muiderpoort. Berebijt aan de Amstel, de achterzijde der Oude Kerk: enz. Museum Boymans-van Beuningen Rotterdam: een tekening, zelfportret (gem. R. Vinkeles ad viv. 1765). Rijksprentenkabinet Amsterdam: tekeningen, w.o. 2 cavaleristen ten tijde van de Bataafse Republiek; portret van de schilder Jacob Cats; gezicht op de Pont Rouge te Parijs; enz. Rijksprentenkabinet Leiden: 33 tekeningen, waarnaar hij gravures maakte (boekillustraties enz.). Gemeentearchief Haarlem: een groot aantal tekeningen, w.o. gezichten in en bij Haarlem.
Museum Fodor Amsterdam: een voorstelling van gierige Gerard (tekening in kleuren). Museum Fodor Amsterdam (Verz. Splitgerber): tekeningen, w.o. gezicht op de Hogesluis; de Buiten-Amstel bij de Beerebijt; de oude Muiderpoort; de Utrechtsepoort; de Haarlemmerpoort; de Zaagmolenpoort; de Leidsepoort; de Schreijerstoren; de St.-Antoniuswaag; wintergezicht op het Singel; de Haringpakkerij; het Koningsplein; de poort van het Spinhuis (samen met H. P. Schouten); de voormalige Doopsgezinde kerk; de Oude Schouwburg aan de Keizersgracht; de buiten- en binnenpoort van het Rasphuis; de poort van het Spinhuis; het Begijnhof met de Engelse kerk; de Raampoort.
Het Nederlandse Postmuseum Den Haag: twee gravures. Gemeentearchief Delft: grafisch werk.
Immerzeel; Kramm; Scheen; Thieme-Becker; Van Hall I en II; Waller; Wurzbach.
