Gepubliceerd op 14-02-2019

Pieter cornelis mondriaan (2)

betekenis & definitie

Pieter cornelis mondriaan (2) - Pieter Cornelis Mondriaan (‘Piet’) geb. Amersfoort 7 maart 1872, overl. New York 1 februari 1944. Woonde en werkte in Winterswijk, Amsterdam, Uden 1904-1905, Amsterdam, Parijs 1912, Zeeland 1912, Parijs tot 1914, Domburg, Amsterdam, Laren (N.H.) tot 1919, Parijs tot 1938, Londen tot 1940, daarna in New York.

Leerling van zijn vader, die goed amateurtekenaar was, van zijn oom Frits Mondriaan, van J. Braet von Uberfeldt en van de Rijksakademie te Amsterdam (1892-1897). Behaalde L.O. tekenen (1889) en M.O. tekenen (1892).

Schilderde, tekende en etste naturalistisch (1888-1908) landschappen, figuren en stillevens; in de overgangsperiode (1909-1915) naar het abstrakte neigend, daarna meer en meer composities en abstrakt. Was lid van ‘Kunstliefde te Utrecht’ tot 1910, van ‘Arti et Amicitiae’ en ‘St. Lucas’ te Amsterdam. Wordt genoemd ‘één van onze grootste kunstenaars van onze eeuw’. Schreef over het neoplasticisme. Gaf les aan B. Groeneveld, A. L. Reelfs, M. J. Westenborg, L. A. A. Zaalborn en A. W. Zethraeus.

Zie tentoonstellingscatalogus Gemeentemuseum Den Haag 17 juni 8 augustus 1966, met voorrede van mr L. J. F. Wijsenbeek.

Werk in het Haags Gemeentemuseum, Stedelijk Van Abbemuseum Eindhoven en het Stedelijk Museum Amsterdam. Frans Halsmuseum Haarlem: boerderij in weidelandschap (aquarel). Museum Boymans-van Beuningen Rotterdam: compositie met kleurvlakjes (gem. PM 17.); compositie met geel blauw (gem. P.M ’29). Haags Gemeentemuseum: molen; de blauwe boom; compositie, 1933; Brabantse beide, ca. 1912; compositie nr 3, 1917: bloeiende appelboom; diverse vroege werken (landschappen) enz.

Rijksmuseum Kröller-Müller Otterlo: 9 composities en een tekening. Frans Halsmuseum Haarlem: landschap; boerderij in weidelandschap (aquarel). Stedelijk Van Abbemuseum Eindhoven: compositie XIV, 1913; compositie 1930; toneelmaquette (beschilderd hout).

Cat. The Art Gallery of Toronto, Toronto (Canada) 1966; Elsevier L (1915) blz. 396-399, LXIII (1922) blz. 287-288 en LXXXIV (1932) blz. 178-174; S. Hunter ‘Mondrian', New York 1958; Luns; Lurasco; Mak van Waay; Plasschaert; M. Seuphor ‘P. Mondrian', Amsterdam 1956; Van Hall I en II; Waller; L. J. F. Wijsenbeek (10 jaar na Mondriaans dood) in 's-Gravenhage 9 juni 1954; L. J. F. Wijsenbeek en J. J. P. Oud, ‘Mondriaan’, Zeist, 1964 (uitg. W. de Haan).

< >