Gepubliceerd op 14-02-2019

Philip lodewijk jacob frederik sadée

betekenis & definitie

Philip Lodewijk Jacob Frederik Sadée geb. Den Haag 7 februari 1837, overl. Den Haag 14 december 1904.

Woonde en werkte aldaar. Leerling van J. E. J. van den Berg.

Schilderde aanvankelijk historiestukken en bijbelse onderwerpen. Na zijn studie te Dusseldorf (in 1866, samen met J. J. van de Sande Bakhuyzen) legde hij zich, op raad van Kindler, toe op onderwerpen ontleend aan het land- en vooral het vissersleven; ook stadsgezichten. Maakte later reizen door België, Duitsland, Frankrijk en Italië (Venetië). Signeerde bijna altijd Ph. Sadée. Was leermeester van H. M. Horrix. Hoofdleraar aan de Haagse Tekenakademie. Lid van ‘Arti et Amicitiae’ te Amsterdam.

Tentoonstellingen Amsterdam, Den Haag en Rotterdam 1853-1903 en later: Pieter Hasselaar gevangengenomen na de overgave van Haarlem in 1573: Jezus en de Samaritaanse vrouw: de Spaanse gebroeders: Johannes, de moeder van Jezus van het kruis wegleidende; het uitgaan der dorpskerk: terugkeer van de doop; bedelingsdag; de armen van het dorp; zomermorgen aan het strand; vissersweduwe op het duin; in de kerk te Scheveningen; enz. Rijksmuseum Amsterdam: nalezen op het aardappelenveld. Gemeentemuseum Arnhem: aan het strand (met figuren en schepen), bruikleen. Haags Gemeentemuseum: visuitdeling op het strand; het oude station Hollandsche Spoor in Den Haag (olieverf, papier op paneel). Teylers Stichting Haarlem: terugkomst van het strand; visverkoop aan het strand (aquarel). Rijksmuseum H. W. Mesdag Den Haag: binnenhuis met figuren. Museum Dordrecht: vertrokken. Zeeuws Museum Middelburg: op de kegelbaan.

Rijksprentenkabinet Amsterdam: tekeningen. Rijksmuseum Kröller-Müller Otterlo: 5 tekeningen. Stedelijk Museum Amsterdam: op de uitkijk; aan het strand; op de duinen. Gemeente Kampen: op de uitkijk. Rijksmuseum ‘Zuiderzeemuseum’ Enkhuizen: havengezicht. Colmjon-Scheen; Elzevier 1893 (VV, Johan Gram); Hist. Galerij II (blz. 228): Kunstkronijk 1870 (blz. 42), 1877 (blz. 90); Luns; Marius; Plasschaert; Schildersboek 1899 (deel III); Scheen; Thieme-Becker; Van Hall I; Wurzbach.

Saeftinge zie E. J. Willems.

< >