Petrus Marius Molijn geb. Rotterdam 9 juli 1819, overl. Antwerpen 28 april 1849. Werkzaam in Rotterdam (tijdelijk Antwerpen 1840 en 1843 en Parijs 1844); vestigde zich in 1845 te Antwerpen.
Leerling van J. H. van Grootvelt, de Antwerpse Akademie v. B.K. (1840) en (later) van F. de Braekeleer en H. J. A. baron Leys. Werd in 1845 lid van de Kon. Akademie te Amsterdam.
Schilderde meestal interieurs en genrestukken, tevens etser en lithograaf. Een veelbelovend schilder, stierf jong; na zijn dood heeft men te Antwerpen een monument voor hem opgericht.
Tentoonstellingen Amsterdam en Den Haag 1836-1849 en Groningen 1841-1849: schurend meisje; man bezig vis schoon te maken; goochelaar in een boerenherberg (in 1842 bekroond met de gouden medaille); een vrouw in een bijbel lezend, naast haar een kat; het sterfbed; meisje dat een oude man bier inschenkt; oude man bezig een kip te plukken; violist; pelgrim; kaartspelers; en diverse andere genrestukken.
Rijksprentenkabinet Amsterdam: tekeningen, w.o. een portret. Stedelijk Museum Amsterdam: de kinderkamer. Museum Boymans-van Beuningen Rotterdam: Jacques Callot (bekend Frans tekenaar) en de zigeuners (gem. P. M. Molijn); portret van zijn vader; een tekening.
lmmerzeel; Knoef; Kramm; Kunstkronijk 1842 (II. blz. 42); Luns; Plasschaert; Scheen; Thieme-Becker; Waller; Wurzbach.
