Gepubliceerd op 14-02-2019

Nora francina stroink

betekenis & definitie

Nora Francina Stroink (‘Nora’) geb. Amsterdam op 2 februari 1897. Woonde en werkte ter plaatse tot 1919, Delft 1919, Amsterdam 1920, Ned. Indië (4 jaar), Den Haag; sinds 1947 in Den Dolder (gem.

Zeist). Maakt in de zomermaanden buitenlandse reizen, verbleef o.m. jaren achtereen ’s zomers op Corsica. Weduwe van J. H. Steggewentz. Aanvankelijk violiste, gaf zich na 1938 geheel aan de schilderkunst. Leerlinge van de Akademie v. B.K. in Den Haag o.l.v. Henk Meijer.

Schildert, aquarelleert en tekent in figuratieve trant (zéér koloristisch) portretten, stillevens, landschappen (Corsicaanse landschappen en reisimpressies). Lid van de Nederlandse Federatie.

< >