Gepubliceerd op 21-02-2019

Nicolaas aartman, matthijsz

betekenis & definitie

Nicolaas Aartman, Matthijsz (‘Claas’) geb. Am­sterdam 15 december 1713, begr. Amsterdam 9 maart 1760.

Zoon van Eertman Mattheijsen en Geertruy Troost. Woonde en werkte in Amster­dam.

Heeft hoofdzakelijk tekeningen (landschap­pen) en boekillustraties gemaakt, zijn schilder­werk is zeldzaam. Van deze weinig bekende kun­stenaar, bezit het Gemeentearchief in de hoofd­stad, prachtige tekeningen.

Enige van hem be­kende tekeningen stellen o.m. voor: ‘de vier stonden van den dagh, door huiselijke bezig­heden vertoond met verschillende stoffagie, uit­voerig met zapverwen geteekend’, gem. A. Aart­man 1756; de Nieuwe Kerk te Amsterdam van de achterzijde gezien (gem. A. Aartman 1757).

Gemeentearchief te Amsterdam: enige tekeningen, w.o. de Drie Baarsjes buiten Amsterdam: een kolfbaan: de her­berg Stadlander buiten Amsterdam: de Overtoom (alle in O.I. inkt. gem. Aartman ad Vivum del 1755). Rijksprenten­kabinet Amsterdam: enige tekeningen. Teylers Stichting Haarlem: een landschap (tekening in O.I. inkt). Rijkspren­tenkabinet Amsterdam: een stadsgezicht met figuren (tekening). Rijksprentenkabinet Leiden: enige tekeningen w.o. een zelfportret; een boekillustratie en een kopie naar Dusart.

Immerzeel: Kramm: Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek I en VII: Scheen: Thieme-Becker: Wurzbach.

< >