Marinus van Raden geb. Den Haag 16 november 1832, overl. aldaar 6 februari 1879. Woonde en werkte er.
Pleegde zelfmoord, mede doordat zijn vriend B. te Gempt ook de hand aan zichzelf sloeg. Leerling van de Akademie v. B.K. in Den Haag van 1845 tot 1849, van 1846 tot 1849 o.l.v. J. B. Weenink. Heeft verscheidene buitenlandse reizen gemaakt, o.a. naar België, Frankrijk, Italië en Zwitserland.
Schilderde en tekende landschappen en stadsgezichten.
Tentoonstellingen Amsterdam en Den Haag 1856-1878: kade te Antwerpen; kasteel aan het meer van Genève: Erpel aan de Rijn; gezicht te Freiburg; Lausanne; straat in Menton; gezicht in de omstreken van Parijs; kasteel Chillon; landschap in de Ardennen; aan de Moezel; Italiaans landschap; de ijzergieterij van Enthoven in Den Haag; verschillende tekeningen. Museum Boymans-van Beuningen Rotterdam: twee tekeningen, w.o. een Duits rivierlandschap. Rijksprentenkabinet Amsterdam: de Gedempte Burgwal in Den Haag (tekening in kleuren). Gemeentearchief Den Haag: gezicht op de werkplaats in de fabriek van Enthoven aldaar (aquarel).
Kunstkronijk 1865 (blz. 26), 1868 (blz. 34); Scheen.
