Gepubliceerd op 14-02-2019

Maria vos

betekenis & definitie

Maria Vos geb. Amsterdam 21 december 1824, overl. Oosterbeek n januari 1906. Woonde en werkte aldaar.

Leerlinge van P. Kiers. Werd in 1847 lid van de Kon. Akademie te Amsterdam, was ook lid van ‘Arti et Amicitiae’ aldaar.

Schilderde verdienstelijk stillevens en genrestukjes. Heeft ook geëtst en getekend, vooral landschappen. Gaf les aan A. A. Abrahams.

Tentoonstellingen Amsterdam en Den Haag 1844-1899: tientallen stillevens en genrestukjes, w.o. vogeltjes in een nis; vogelwinkeltje; vogels bij een vaas: dood wild; schildersatelier; in de kelder; enz.

Rijksprentenkabinet Amsterdam: tekeningen. Rijksmuseum Amsterdam: stilleven (M. Vos. 1870). Museum Fodor Amsterdam: boerenwoningen in een boomrijk landschap. Stedelijk Museum Amsterdam: een stilleven. Gemeente Amsterdam. Keizersgracht 648: stilleven. Museum Willet-Holthuysen Amsterdam: stilleven met dood wild; heuvelachtig landschap (aquarel).

Haags Gemeentemuseum: de antiquiteitenbazar; het meisje en de pauw (papier op paneel). Museum Boymans-van Beuningen Rotterdam: stilleven (gem. M. Vos 1873): landschap (tekening). Gemeentemuseum Arnhem: stilleven met lakbrief (gem. M. Vos 1889). Zeeuws Museum Middelburg: stilleven, 1887. Jan Cunen Museum Oss: avondlandschap; winter.

Luns; Maandblad voor B.K. 20. 1943 (mr M. F. Hennus. blz. 73-84): Marius; Plasschaert; Scheen: Thieme-Becker: Van Hall I en II: Waller; Wurzbach.

< >