Machiel Versteeg(h) (Michiel) geb. Dordrecht, ged. 15 september 1756, overl. Dordrecht 8 november 1843. Leerling van Arie van Wanum en Joris Ponse, later van J. van Leen (die kunsthandelaar was en hem in de gelegenheid stelde belangrijke schilderijen te kopiëren), vader van W. van Leen, de kunstschilder.
Schilderde aanvankelijk landschappen, doch legde zich later hoofdzakelijk toe op het schilderen van kaars- en lamplichten (interieurs en genrestukken). Hij was lid van het Koninklijk Nederlands Instituut, tevens van de Koninklijke Akademie te Antwerpen en lid van verdienste bij het genootschap ‘Pictura’ te Dordrecht. Raadgevingen aan J. Schoenmaker Pzn en G. Smak Gregoor. Gaf les aan J. Kelderman, L. de Koningh, A. Meulemans, J. Rosierse, M. Schouman en A. Teerlink. Tentoonstellingen Dordrecht 1819 en Haarlem 1825: kruidenierswinkel met twee vrouwen bij kaarslicht (M. Versteegh); smidswinkel bij lamplicht; vrouwtje met brandende kaars in een nis; jonge vrouw, die een draad in een naald steekt, bij kaarslicht; enz.
Rijksmuseum Amsterdam: avondschool CM. Versteegh Fecit 1786); musicerend gezelschap bij kaarslicht (M. Versteegh fecit); schuurster bij lamplicht (M. Versteegh fecit). Museum Dordrecht: vrouwtje in een nis bij kaarslicht (M.
Versteegh fee); twee meisjes aan tafel bij kaarslicht (M. Versteegh fee). Teylers Stichting Haarlem: kaarslicht (M. Versteegh).
Gemeentearchief Dordrecht: wijndrinker bij kaarslicht (aquarel); smidse met drie figuren (tekening in O.I. inkt). Museum Boymans-van Beuningen Rotterdam: de spinster (gem. M. Versteegh fecit); een tekening. Museum Fodor Amsterdam:
landschap bij maanlicht, op de voorgrond een man met lantaarn, die een vrouw over een brug helpt (sepiatekening).
Immerzeel; Kramm; Luns; Plasschaert; Scheen; Thieme-Becker; Van Hall II; Wurzbach.