Gepubliceerd op 14-02-2019

Ludovicus roijer

betekenis & definitie

Ludovicus Roijer (‘Louis’) geb. Mechelen (België) 2 augustus 1793, overl. Amsterdam 5 juni 1868.

Woonde en werkte in België (Mechelen), Parijs na 1819, Italië (Rome) 1824-1828, Den Haag tot 1834, na 1837 in Amsterdam. Leerling van Akademie v. B.K. te Mechelen, van de beeldhouwer J. F. Geel ter plaatse en van J. B. J. de Bay te Parijs (1819). In 1823, prijs beeldhouwkunst, Brussel.

Beeldhouwer; portretten en figuren. O.m. portretten van vorstelijke personen o.a. koningen Willem I en Willem II, standbeelden: Rembrandt, Naatje op de Dam te Amsterdam, De Ruyter te Vlissingen, Willem de Zwijger, Den Haag, Vondel in het Vondelpark, enz. Direkteur van de Kon. Akademie voor Beeldende Kunsten te Amsterdam. Gaf o.m. les aan C. N. Looman, H. Sluyter D. Jzn, J. H. Stöver, M. E. Verwoert.

Rijksprentenkabinet Amsterdam: tekening(en). Tentoonstellingen Amsterdam 1824, 1836 en 1856. Den Haag 1833: jonge Griekse herder vlucht voor een slang (pleister);

Christus aan het kruis (boetseersel); twee engelen en Maria met het kind Jezus (pleister); Paul en Virginie (albast); Rembrandt (marmer); de weduwe van de soldaat (albast); Grieks meisje (marmer); mr W. Bilderdijk (pleister); portretbuste (marmer); 14 modellen voor het monument op de Dam (Amsterdam), bas-reliëfs in pleister. Kunstkronijk 1840/41 (blz. 40); 1841/42 (blz. 61); 1843/44 (blz. 81); 1847 (blz. 70); 1857 (blz. 56); 1864 (blz. 88); 1869 (blz. 64); De Vlaamsche School, 1868 (blz. 96 en 108); Thieme-Becker.

< >