Lodewijk Antonius Sengers (‘Lode’) geb. Rotterdam 5 september 1896, overl. Leiden 2 maart 1956.
Woonde en werkte aldaar, in Bussum tot 1936, daarna in Leiden. Leerling van de Akademie v. B.K. te Rotterdam o.l.v. H. Luns, S. Moulijn en A. P. Derkzen van Angeren.
Schilderde, tekende, etste, graveerde en lithografeerde figuren, portretten, religieuze voorstellingen enz. Maakte ook hout- en linoleumsneden. Vooral bekend door zijn muurschilderingen, o.a. in het stadhuis te Leiden, en zijn kruiswegstaties in diverse kerken. Ook heeft hij keramiek gemaakt. Was lid van ‘De Grafische’ te Amsterdam.
Museum De Lakenhal Leiden: oud boertje. Rijkscollectie: 2 litho’s (de eenzame en de Bergrede).
Katholiek Bouwblad 17, 1949/50 (blz. 89-90) en 23, 1955/56 (blz. 188); Luns; Mak van Waay; Waller.