Gepubliceerd op 21-02-2019

Johannes hinderikus daniël koch

betekenis & definitie

Johannes Hinderikus Daniël Koch geb. Groningen 31 juli 1821, overl. Delfshaven 4 januari 1874. Vertrok 8 januari 1855 naar Rotterdam. Van beroep ‘verver’; amateurschilder.

Lid van het genootschap ‘Pictura’ te Groningen. Naderhand drogist te Rotterdam (Delfshaven). Tentoonstelling Groningen 1845: rustende Heilige Familie.

Piet Frans Christiaan Koch Piet Frans Christiaan Koch (‘Pyke’) geb. Beek (gem. Ubbergen) 15 juli 1901. Woonde en werkte in Beek bij Nijmegen, Florence (Italië); sinds 1939 in Utrecht. Autodidakt. Schildert min of meer realistisch-figuratief.

O.m. portretten, kermistaferelen, figuren (vrouwen). 561 Tentoonstelling Gemeentemuseum Arnhem (cat. 4-65-9-’66). Museum Boymans-van Beuningen Rotterdam: de schiettent (gem. 15 Pyke Koch ’31 Utr.). Gemeentemuseum Arnhem: Nocturne. 1931 (gem. Pyke Koch Utr.); contorsioniste en vrouwen in de straat, 1964 (beide bruikleen). Centraal Museum Utrecht: zelfportret. 1937. Het Nederlandse Postmuseum Den Haag: ontw. voor postzegels. Rijkscollectie: vijf wachtende vrouwen voor ijzeren hek; contorsioniste. 1957; drie vrouwen in straat, 1962/4.

Mak van Waay; Van Hall I.

< >