Johannes Gijsbert Vogel geb. Hooge Zwaluwe 25 juni 1828, overl. Velp (gem.
Rheden) 15 mei 1915. Werkzaam in Den Haag, tijdelijk in Kleef 1853, 1854, 1856 en 1857; vestigde zich in 1886 te Hilversum en trok in 1890 naar Voorburg. Was gehuwd met de schilderes M. C. J. W. H. Roosenboom. Leerling van A. Schelfhout.
Landschapschilder, heeft ook enige litho’s vervaardigd. Als voorzitter van het genootschap ‘Pulchri Studio’ in Den Haag werd hij in 1873 lid van de Nederlandse commissie van de wereldtentoonstelling te Wenen. Gaf les aan P. Suij.
Tentoonstellingen Amsterdam en Den Haag 1852-1901 (en later): tientallen landschappen en heidegezichten; boomrijke landschappen bij Kleef; rotsachtig landschap; bleekveld bij Den Haag; gezicht in het Berner Oberland: enz.
Rijksprentenkabinet Amsterdam: ruim 70 landschappen. w.o. aquarellen en tekeningen. Rijksmuseum Amsterdam: ossekar op de heide (J. G. Vogel 1866). Haags Gemeentemuseum: bos en heide. Gemeentearchief Den Haag: park Zorgvliet bü Den Haag. tekening (gem. J. G. Vogel ’80).
Elsevier 1902 (XXIII.'Johan Gram); Kunstkronijk 1863 (bh. 42). 1866 (blz. 86). 1868 (blz. 78). 1874 (blz. 62); Luns; Marius; Plasschaert; Scheen; Thieme-Becker; Van Hall I; Waller: Wurzbach.