Johannes Franciscus Hoppenbrouwers geb. Den Haag 16 april 1819, overl. Den Haag 17 juli 1866. Leerling van de Akademie v. B.K. aldaar (1839-1840); en van A. Schelfhout.
Schilderde winteren zomerlandschappen (zijn panorama’s waren gezocht) meestal in de trant van zijn leermeester, en dikwijls gestoffeerd door zijn vriend Ch. Rochussen; ook hebben D. J. Bles, H. Scheeres, A. Schelfhout, P. G. Vertin, S. L. Verveer, P. Th. van Wijngaerdt en J. D. Koelman een enkele maal zijn werk gestoffeerd. Heeft ook geëtst en gelithografeerd. In 1845 werd hij lid van de Kon. Akademie te Amsterdam. Gaf les aan L. Apol en A. J. Madlener.
Tentoonstellingen Amsterdam en Den Haag 1837-1866: Gelderse landschappen; veel wintergezichten, landschappen gestoffeerd door C. Rochussen; diverse panorama’s, tekeningen in sepia en waterverf.
Museum Boymans-van Beuningen Rotterdam: landschap (gem. J. F. Hoppenbrouwers ft); landschap (gem. J. H. 59). Gemeente Amsterdam Universiteitsgebouw: hertenjacht op de Veluwe (fig. C. Rochussen). Museum Fodor Amsterdam: bergachtig landschap in de winter (sepiatekening). Haags Gemeentemuseum: panorama; winterlandschappen; Italiaans landschap; een vergezicht; ijsvermaak (fig. C. Rochussen).
Teylers Stichting Haarlem: molen aan het water; landschap bij herfstavond (aquarellen). Gemeentearchief Den Haag: vijver in het Haagse Bos met schaatsenrijders. aquarel (samen met C. Rochussen). en een houtsnede. Rijksprentenkabinet Amsterdam: enige tekeningen. Rijksprentenkabinet Leiden: boskant, met herder en hond (tekening). Gemeentearchief Haarlem: de ruïne van Bredero (aquarel). Museum De Lakenhal Leiden: weg bij Schaerbeek, 1867. Jan Cunen Museum Oss: avond in de polder.
Hist. Galerij I (blz. 207); Immerzeel; Kunstkronijk 1844/45 (blz. 44). 1849 (blz. 44). 1854 (blz. 18). 1863 (blz. 50). 1867 (blz. 72); Luns; Marius; Plasschaert; Scheen; Thieme-Becker; Van Hall; Waller; Wurzbach.
