Gepubliceerd op 21-02-2019

Johannes bosboom

betekenis & definitie

Johannes Bosboom geb. Den Haag 18 februari 1817, overl. Den Haag 14 september 1891. Reeds op zijn 14de jaar ontving hij lessen (toneeldecoratie, schilderen) van B. van Hove, in zijn leerjaren tot 1835 schilderde hij stadsgezichten onder in­vloed van Van Hove.

Van 1831-1835 en 1839-1840 leerling Akademie v. B.K. in Den Haag. In zijn jeugd ontving hij raadgevingen van W. J. J. Nuyen, was later medewerker van C. J. Behr. In 1835 maakte hij een kunstreis naar Duitsland (Keulen, Koblenz) met S. L. Verveer, ging in 1837 enige maanden naar België (Antwerpen) en maakte in 1838-1839 met C. Kruseman een reis naar Frankrijk (Parijs en Rouaan). In 1845 werd hij lid van de Kon. Akademie te Amsterdam.

Hij is beroemd geworden door het schilderen en tekenen (sepia’s) van kerkinterieurs, soms min of meer geïnspireerd op het werk van Rembrandt. Ook heeft hij geëtst en gelithografeerd. Bezocht in 1856 met zijn echtgenote Gent in België, werd in datzelfde jaar ridder in de Leopoldsorde. Gaf o.m. les aan M. Ph. Bilders-van Bosse en W. P. de Haas. Tentoonstellingen te Amsterdamen Den Haag 1831-1889: gezicht bij Koblenz aan de Moezel; gezicht te Keulen; op het erf van een boerderij en ettelijke interieurs van kerken, zowel geschilderd als geaquarelleerd. Rijksmuseum Am­sterdam: de kerk te Breda; kloosterlingen in een kerk; ± 30 aquarellen (sepia’s).

Stedelijk Museum Amsterdam: de Oude Kerk te Amsterdam; Te Deum laudamus; zeven­maal daags zingen wij Uwen lof; kerkinterieur te Brugge; twee kerkinterieurs te Leiden (aquarellen) en enige bruik­lenen, w.o.: de Grote Kerk te Edam; een Gelderse deel; de Grote Kerk in Den Haag. Museum Fodor Amsterdam: jonge monnik, het orgel bespelende; avondmaal in de Grote Kerk te Utrecht; de Bakenessekerk te Haarlem en enige tekeningen, meest kerkinterieurs. Museum Fodor Amsterdam: (Verz. Splitgerber): tekeningen: gezicht op de Pijpenmarkt (1856); interieur van de Nieuwe Kerk (1859).

Museum Willet-Holthuysen Amsterdam: kloos­terbroeders (sepia). Museum Alkmaar: de noorderwand der Grote Kerk. Museum Dordrecht: de Grote Kerk in Den Haag; het interieur van een synagoge en enige aqua­rellen. Teylers Stichting Haarlem: kerkinterieur te Edam en verschillende aquarellen en sepia’s. Museum Bredius Den Haag: kerkinterieur. Gem.archief Den Haag: ge­zicht op De Bataaf (aquarel). Zeeuws Museum Middel­burg: aan de ingang van het dorp.

Museum Stania State Oenkerk: gezicht op een kerk. Museum Groningen: enige kerkinterieurs (w.o. te Alkmaar) en enkele aquarellen. Rijksprentenkabinet Amsterdam: enige tekeningen. Rijks­prentenkabinet Leiden: tekeningen, w.o. drie knielende nonnen in een kerk (sepia).

Gemeentearchief Haarlem: enkele sepia-tekeningen. Rijksmuseum Kröller-Müller Otterlo: 15 aquarellen en tekeningen. Museum Fodor Amsterdam (Verz. Splitgerber): interieur van een synago­ge; interieur van de St.-Bavokerk; H. Avondmaal in de kerk te Utrecht; sacristie van de kerk te Bergen / Hen.: avondmaal in de Geertruidakerk te Utrecht; kerkinterieur te Hoorn; consistoriekamer te Alkmaar; broeders met schoolkinderen, bij een kerk in de winter; ingang van het Oude Vrouwenhuis te Arnhem; enz. Bibl. Prov. Gen Den Bosch; O. L. Vrouwekerk Breda; grafmonument (potloodtekening).

Museum Boymans -van Beuningen Rotterdam: mijn in de Borinage; de Pieterskerk te Leiden; kloostergang van het Minorietenklooster te Kleef; de Gro­te of St.-Laurenskerk te Alkmaar; idem; landschap met een vaart; interieur v.e. gotische kerk. Gemeentemuseum Arnhem: interieur van de St.-Janskerk te Gouda; interieur van de Onze Lieve Vrouwekerk te Breda.

Haags Gemeen­temuseum: de Grenadierspoort; de St.-Pieterskerk te Leiden; interieur kerk te Alkmaar (onvoltooid laatste werk); atelierhoek (jeugdwerk); de Nieuwe Kerk te Am­sterdam; diverse kerkinterieurs; aquarellen, w.o. een koe­stal; kerkinterieur; de oude den te Eykenrode en diverse tekeningen.

Frans Halsmuseum Haarlem: gezicht op de Kleverlaan, in 1865; Newfoundlander(hond); kerkinte­rieur (aquarel); kerkinterieur met huwelijksplechtigheid (aquarel); Bakenessekerk te Haarlem (aquarel); boeren­deel (aquarel); kerkinterieur.

Jan Cunen Museum Oss: kerkinterieur van de St.-Jan te ’s-Hertogenbosch: kerk­interieur; kerkinterieur: schets van kerkinterieur; schets­blad met figuren. Rijksmuseum Twenthe Enschede: kerk­interieur (orgel kathedraal Den Bosch) 1840; de hoofd­kerk te Trier (interieur 1871).

Singer Museum Laren (N.H.): interieur van de kerk te Alkmaar; kerkinterieur (aquarel); boerendeel (interieur); boereninterieur met twee vrouwen (krijttek. en aquarel).

J. Bosboom, ‘Een en ander betrekkelijk mijne loopbaan als schilder', 1891 (herdrukt 1946 met toelichting door A. Glavimans); Colmjon-Scheen; Elsevier 1891 (I. P. .A. M. Boe­le van Hensbroek), 1917 (LIII. H. F. W. Jeltes; Hist. Ga­lerij I (blz. 85) II (blz. 219); De Gruyter, ‘De Haagse School'; Immerzeel; Kramm; Kunstkronijk 1843I44 (blz. 68), 1844I45 (blz. 20, 76). 1845/46 (blz. 60), 1846 (blz. 28), 1848 (blz. 60), 1850 (blz. 66), 1851 (blz. 18), 1852 (blz. 14), 1858 (blz. 46). 1860 (blz. 10), 1861 (blz. 62), 1862 (blz. 58), 1864 (blz. 2), 1866 (blz. 82), 1868 (blz. 58), 1871 (blz. 6), 1876 (blz. 46), 1878 (blz. 180); Luns; Lurasco: Maandblad voor Beeldende Kunsten (mr M. F. Hennus, februari 1940); Marius; Tent. Museum het Prin­senhof,; Delft, cat. dec. '58-febr.'59; Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek I; Op den Uitkijk (H. C. de Bruijn jr) dec. 1958, blz. 116-120; Oud-Holland 1923/24 (41ste jaargang, dr H. E. van Gelder); Plasschaert; Scheen; Schildersboek 1898 (deel I); Thieme-Becker; Van Hall I en II; Waller; Wurzbach.