Johan Briedé geb. Rotterdam 2 mei 1885. Woonde en werkte in Rotterdam, Den Haag, Leiden, Amsterdam, Haarlem, Scheveningen, Rijswijk (Z.H.) tot 1916, Laren (N.H.) 1916-1959; daarna en thans in Amsterdam. Maakte reizen naar Zweden, Frankrijk, Spanje en Mallorca.
Werkt onder de naam: J. B. de Chateauroux. Leerling van G. A. Brender à Brandis, J. J. C. Lebeau, W. A. van Konijnenburg en L. W. R. Wenckebach.
Schildert, aquarelleert, tekent (pen, pastel) en lithografeert in impressionistische trant landschappen, zeegezichten, schepen enz., dieren en bloemen enz. Maakt illustraties, ex-librissen enz. Lid van de Federatie van B.B.K.
Werk in het Goois Museum Hilversum.
Rijkscollectie: 3 stuks hunebed (ged. 1928, 1927. 1927).
Luns; Maandblad voor Beeldende Kunsten X (I933),blz. 71-81; Mak van Waay; Van Hall I en II; Waller.