Jan Stolker geb. Amsterdam 1 juli 1724, overl. Rotterdam 10 juni 1785.
Leerling van J. M. Quinkhard. Werkte in Amsterdam en Den Haag omstreeks 1748 tot 1756, waar hij zich bezighield met het schilderen van portretten en familiestukken; na 1756 vertrok hij naar Rotterdam (1757 tot 1785) en schilderde daar veel behangselstukken en zaalversieringen.
Beeldde interieurs uit met figuren en heeft een menigte tekeningen, etsen en gravures gemaakt. Was in 1753 lid van het Haagse gilde (Confrerie van Pictura) en van 1766 tot 1770 hoofdman van het Rotterdamse gilde.
In het voormalige Oudemannenhuis te Rotterdam (Hoogstraat) bevonden zich: twee deurstukken (grisailles), in het herenhuis Haringvliet 96 te Rotterdam: een beschilderd behang en dito plafond (J. Stolker 1772). Museum Boymans-van Beuningen Rotterdam: portret van W. Schepers (1756); tekeningen, w.o. een ruitergevecht in een heuvellandschap, naar J. van Huchtenburg (pentekening, grijs gewassen) ;paardenkeuring in een dorp, naar J. van Huchtenburg (pentekening, grijs gewassen).
Museum Fodor Amsterdam: vrolijke boeren (tekening in kleuren, naar A. van Ostade); kerkinterieur (tekening in kleuren naar E. de Witte). Gemeentearchief Delft: tekening(en). Prentenatlas Remonstrantse Gemeente Amsterdam: een tekening: Ahasverus Mathisius (gem. J. Stolker 1773). Nederlands Historisch Scheepvaart Museum Amsterdam: portret van L. Bakhuizen (tekening in O.I. inkt). Rijksprentenkabinet Amsterdam: tekeningen, w.o. portret. Rijksprentenkabinet Leiden: 9 tekeningen.
Immerzeel; Kramm; Oud-Holland LXI (1946), (M. N. Benisovich); Scheen; Thieme-Becker; Van Hall II; Voorloopige lijsten der Nederlandsche Monumenten III; V/2; Waller; Wurzbach.